Instituut voor Bouwrecht bepaalt definitie ‘bouwwerk’
11 april 2025
Het Instituut voor Bouwrecht heeft gisteren een rapport gepubliceerd: De betekenis van het begrip ‘bouwwerk’. Dit geeft een grondige uitleg van de betekenis van ‘bouwwerk’ in Titel 12 van Boek 7 BW en sluit af met conclusies over de invulling van dit begrip in de Wkb en de implicaties voor de praktijk.
In de Wkb wordt gesproken over ‘bouwwerk. Maar wat is dat eigenlijk? Het begrip is afkomstig uit het publiekrecht, maar een duidelijke definitie ontbrak nog. Dit leidde geleid tot vragen over de invulling en daarmee de reikwijdte van het begrip bouwwerk.
Het Instituut voor Bouwrecht heeft gisteren een rapport gepubliceerd: De betekenis van het begrip ‘bouwwerk’. Dit rapport geeft een grondige uitleg van de betekenis van ‘bouwwerk’ in Titel 12 van Boek 7 BW en sluit af met conclusies over de invulling van dit begrip in de Wkb en de implicaties voor de praktijk.
Op pagina 38 staat de volgende conclusie:
“De Wkb heeft voor partijen in de bouwsector twee relevante wijzigingen in de regelgeving tot gevolg gehad, te weten de introductie van een stelsel van kwaliteitsborging en wijziging van het BW op een aantal punten. Hoewel beide onderdelen van de Wkb als verwant zouden kunnen beschouwd, in zoverre dat beide beogen het bouwen in Nederland te dienen met een kwaliteitsverbetering, is die verwantschap er niet wat betreft de juridische uitwerking van het bouwwerk-begrip in beide onderdelen.
Uit een analyse van parlementaire geschiedenis van de Wkb, waarbij bijzondere aandacht is besteed aan de nota naar aanleiding van het verslag, blijkt dat onder het begrip 'bouwwerken' in het BW - naast bouwwerken die in de bijlage bij de Omgevingswet als zodanig zijn gedefinieerd - ook andere werken in de bouwsector vallen, die in omgevingsrechtelijke zin niet als bouwwerk worden gekwalificeerd.
Daarbij kan derhalve ook worden gedacht aan de aanleg van (energie-)infrastructuur, waterstaatswerken en watersystemen. Deze termen zijn in de bijlage van de Omgevingswet afzonderlijk gedefinieerd en vallen wel onder de reikwijdte van het begrip zoals dat in het BW wordt gebruikt.
Bepalingen inzake het stelsel van private kwaliteitsborging zijn exclusief gericht op de beoordeling van bouwplannen voor bouwwerken die in een van de gevolgklassen I, II of II zijn opgenomen en die allen tevens kwalificeren als bouwwerk volgens de definitie in de bijlage bij de Omgevingswet.
Ook onder het omgevingsrecht zoals dat gold voor inwerkingtreding van de Omgevingswet is vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw sprake geweest van gescheiden (vergunning)regimes voor het realiseren en veranderen van bouwwerken enerzijds en voor het aanleggen van overige (van civieltechnische) werken anderzijds.
Voor uitleg in de zin van het BW is van belang dat de wetgever met het gebruik van de term bouwwerken in Titel 7.12 enkel heeft beoogd een aantal bepalingen in die titel te onderscheiden van andere vormen van aanneming van werk. De uitwerking van het bouwwerk-begrip in het BW is derhalve breder dan het begrip in omgevingsrechtelijke zin (zie wat hierover in par. 4 is opgemerkt).”